|
||||||||
|
De blues is altijd gevuld geweest met stemmen die duidelijk en ongewoon verankerd zijn aan bepaalde muzikanten die hun impact hebben gemaakt met zo'n kracht dat je ziel energie krijgt elke keer als je ze hoort zingen. Joe Barr is één van die stemmen. Geboren in een familie van krachtige vocalisten, bracht Joe zijn zaterdagochtenden zingend door terwijl zijn buren in stoelen in de tuin of op de veranda zaten en de kracht van het geluid voelden dat door het raam naar binnen kwam. En op zondag zong hij in de kerk waar Joe ook de pianist was en tot op de dag van vandaag nog steeds is. De kracht van zijn zang kwam voor de piano, maar het is de piano die buldert met de kracht van zijn duizelingwekkende soulvolle geluid. Piano is het enige instrument dat hij bespeelt sinds zijn twaalfde, waar zijn natuurlijke aanleg hem naar de toetsen leidde. Toen hij opgroeide, kon de kerk nooit een pianospeler behouden, dus voor hem was het een vanzelfsprekendheid om te spelen en te zingen. Opgroeiend in Chicago aan de South Side, kwamen de invloeden van gospel in zijn muziek via zijn moeder die steeds in de woonkamer thuis luisterde naar o.a. Jerry Butler, Sam Cooke, de groep van zijn neef de Soul Stirrers en de Mighty Closet Joy, en anderzijds kreeg hij de blues via zijn vader, die grote fan was van Muddy Waters en Howling Wolf. Later, toen hij zeventien was, zou Joe, deze grote bluesman zelfs ontmoeten door op een avond, Wolf's pianospeler te vervangen die iets te veel gedronken had. Joe Barr kende zijn muziek alleen van platen en had een natuurlijk talent, en plots werd hij voor 20 dollar officieel erkend als een betaalde professionele bluesmuzikant. In zijn vroege jaren speelde Joe in en rond een paar clubs maar het meest was hij in een South Side club in die tijd, genaamd Walton Place. Het leven heeft Joe letterlijk op de weg meegevoerd. Hij maakte altijd tijd voor de kerk en muziek. Joe heeft jaren als vrachtwagenchauffeur gewerkt. Hij heeft niet gestudeerd maar wel levenservaring opgedaan die hem in staat stelde bijna acht jaar met Nate Turner te werken, en zijn eerste band, The Oasis Band, een R & B Gospel Group, die tot in Japan heeft opgetreden. In 1985 verhuisde Joe naar Californië waar deze krachtige stem in 1991 verstomde. De muziekindustrie had zijn tol geëist van hem. Hij had genoeg van het spel en de ego's die soms de vloek zijn van hen die de roem en het fortuin zoeken. Terugkomen naar Chicago en naar de muziek is iets dat iedereen die de ware zegeningen heeft van het horen van de gave die deze man in zich draagt, de rijkdom van de toetsen die hij bespeelt en de draagkracht van zijn stem kan en zal overtuigen. Joe speelt de blues met R & B of wat er in hem opkomt in de mix. Hij wil niet gelabeld worden aan een bepaalde stijl, hij wil gewoon spelen. En spelen doet hij. Joe is een van die mensen die nederig en toch doelbewust zijn publiek met de eenvoudige aspecten van zijn pianospel en de gave die hij heeft gekregen wil delen. Zijn stem en muziek zijn gewoon tijdloos. Je kunt Joe Barr consequent op twee plaatsen in Chicago vinden en het was in deze met rook gevulde clubs dat Barr geleidelijk zijn talenten ontwikkelde, eerst als zanger, daarna op piano en keyboards. Nadat hij was begonnen in Walton's Corner, ging hij naar alle andere zalen en speelde naast Howling Wolf ook met Luther Allison, Freddie King en vele anderen. Nadat hij zanger en muzikant Nate Turner 7 jaar lang had begeleid, vormde hij de Soul Purpose Band waarmee hij sinds 2007 speelt in de legendarische Kingston Mines, ten noorden van Chicago. Tegelijkertijd maakte gitarist Breezy Rodio deel uit van de Linsey Alexander Blues Band en speelde elke dinsdag in Blues Chicago in het centrum van Chicago. Breezy Rodio maakte er een gewoonte van om zich aan het eind van elke show naar Kingston Mines te haasten om de laatste set van Joe Barr te zien, wat steeds grote indruk op hem maakte. Op een avond nodigde de zanger hem uit om bij hem op het podium te komen staan en de relatie was perfect. De in Rome geboren Italiaanse zanger-gitarist Fabrizio ‘Breezy’ Rodio woont al 20 jaar in Chicago, waar hij door Guy King wordt geïntroduceerd in het bluescircuit. Breezy is overduidelijk beïnvloed door gitaristen als B.B. King, T-Bone Walker en Albert King. In 2007 treedt Breezy Rodio toe tot de band van de reeds vernoemde gitarist Linsey Alexander aka "The Hoochie Man" en na een tijdje fungeert hij als de bandleider van deze band. Ondertussen vindt hij ook tijd om zijn eigen ding te doen, zijn debuutalbum “Playing My Game Too” met een geweldige cast van gastgitaristen Lurrie Bell, Rockin' Johnny en Dave Herrero en bassist Bob Stroger samen met Alexander en Guy King verschijnt in 2011. In 2015 brengt Breezy zijn tweede album “So Close to It” uit, dit album krijgt zeer lovende kritieken. Op “So Close To It” bevestigt Breezy met zijn heldere, zuivere beheersing van de elektrische bluesgitaar en met een scherp gevoel voor traditie en zijn overtuigende stem. Op "Sometimes The Blues Got Me" die verschijnt in 2018 schittert hij met zijn meesterlijk gespeelde, zuivere gitaarlijnen en rijk gelaagde arrangementen waarin blazers de vroege orkestraties van T-Bone en BB oproepen. Met het album “If It Ain't Brooke Don't Fix It” uitgebracht in 2019 voor het Delmark label bewijst Breezy eens te meer dat hij werkelijk is uitgegroeid tot een sleutelfiguur van de Chicago Bluesscène. De twee artiesten traden dus een paar jaar later regelmatig samen op in een club en begonnen na te denken over het idee van een album. Zo ontstond "Soul For The Heart", een prachtige blues- en soulplaat opgenomen in de Chicago's Joyride Studios met "Big" Lewis Powell (drums), Johnny Reed (bas) en Chris Foreman van het Blues Organ Trio op het Hammond B3. Gesteund door deze heren en een stevige vintage blazerssectie (Ian Letts op tenor- en altsax, Ian McGarrie op bariton- en sopraansax, Constantine Alexander op trompet), leveren ze een onweerstaanbare mix van vintage soul, met gouden covers en een onfeilbare groove. Er is inderdaad heel wat durf en knowhow voor nodig om het album te beginnen met een cover van Ray Charles' "Drown In My Own Tears". En vanaf het begin wint Joe's onstuitbare optreden - zowel in termen van lichtvoetigheid als van expressiviteit - het publiek voor zich. Zijn bewerkingen van Tyrone Davis' vurige "A Woman Was Made To Be Loved", evenals zijn vlekkeloze bewerkingen van Johnny Taylor's "Try Me Tonight", "We Are Getting Careless With Our Love" en "I Believe In You", zijn een voorbeeld van het bereik dat de vaste gasten van zijn hoofdkwartier op middelbare leeftijd voor ogen hebben. Foreman's orgel doet wonderen hier, net als op Garland Green's "Jealous Kind Of Fellow", waarin ook Breezy Rodio's gitaarspel gewoon top is. Gedragen door blazers en piano krijgt het sublieme "Ain't Nothing You Can Do" van Bobby Bland hier zijn jeugdige tintje, dankzij Joe Barr's vertoon van emoties, alsmede de geweldige licks van Breezy Rodio. Afgesloten met het onstuitbare trio, B.B. King's "To Know You is To Love You", het tedere "My Latest My Greatest Inspiration" van Teddy Pendergrass en "I Need To Belong (To Someone)" van één van de tenoren van de Chicago Soul, Jerry Butler, is dit een soulplaat die werkelijk een reis is van originele soul naar moderne R&B vol soul, een plaat die nog lang in de annalen van de geschiedenis zal blijven staan als één van de beste! Ik vond een geweldige 67 minuten durende video opgenomen in Rosa's Lounge Chicago in de maand november van 2020. Het bevat o.a. volgende nummers: Bobby Bland's "Pity The Fool", Tyrone Davis "Are You Serious", Sam & Dave's "When Something Is Wrong With My Baby", Bobby Bland's "I Wouldn't Treat A Dog (The Way You Treated Me)", Marvin Gaye's "Let's Get It On", Sam Cooke's "A Change Is Gonna Come", Bobby Womack's "That's The Way I Feel About Cha", Tyrone Davis "A Woman Needs To Be Loved", Bobby Bland's "To Know You Is To Love You" en B. B. King "Don't Answer The Door". Laat u meeslepen op deze muziek en als je dit jaar nog een plaat echt wilt, koop je gewoon "Soul For The Heart"!
|